Onder wetenschappers wordt algemeen erkend dat onderwijssegregatie ongelijkheden reproduceert of zelfs verergert, en leidt tot ongelijke uitkomsten. Regelmatig wordt aangegeven dat acties op microniveau (van ouders) en mesoniveau (van scholen) leiden tot effecten op macroniveau (segregatie) en dat ook zaken als woonsegregatie een rol spelen. Eric Dignum deed nader onderzoek naar de interactie tussen dergelijke elementen en de gevolgen ervan in het basisonderwijs.
Om de dynamiek van basisschoolsegregatie beter te begrijpen beschouwt hij de elementen als onderdeel van een breder complex systeem. Een prominent hulpmiddel bij het bestuderen van complexe systemen zijn ‘agent-based models’, modellen die verschijnselen op macroniveau zoals segregatie beschrijven in regels van ouders en scholen (‘agenten’). Met die kwantitatieve modellen kun je vervolgens simulaties doen aan de hand van empirische gegevens over bijvoorbeeld Amsterdam of Nederland.
Scholen zijn vaak meer gesegregeerd dan de buurten waar ze in staan. Dat wordt veelal verklaard door erop te wijzen dat ouders minder tolerant zijn voor de leerlingsamenstelling dan voor de samenstelling van de buurt. De simulaties van Dignum laten zien dat dit verschil ook verklaard kan worden door een combinatie van woonsegregatie en afstandsvoorkeuren. Die leiden tot aanzienlijke schoolsegregatie, zelfs wanneer ouders relatief tolerant zijn ten aanzien van diversiteit. Ook van belang is de interactie tussen factoren als het aantal scholen in de buurt, niveaus en patronen van woonsegregatie, en voorkeuren van ouders over de samenstelling van school en buurt.
Het onderzoek is digitaal beschikbaar (in het Engels, met een Nederlandse samenvatting).