Skip to main content

Oplossingen van buiten het onderwijs nodig

By 18 oktober 2023Artikel, Nieuws

Blogs en columns nummer 3.

Melanie Ehren kijkt als onderzoeker naar onderwijssegregatie vanuit een breed perspectief.

[We geven de bijdrage hier weer als pdf bestand en als losse tekst.]

Voor gemengde scholen zijn oplossingen buiten het onderwijs nodig.

Melanie Ehren

Segregatie in het onderwijs is een taai probleem. De onderwijsinspectie constateerde in 2018 al dat in een aantal grote en middelgrote steden, ouders voor een school kiezen met leerlingen met een vergelijkbare achtergrond. En de scheiding tussen leerlingen met hoog- en laagopgeleide ouders in het basisonderwijs blijkt tussen 2008 en 2015 in bijna het hele land te zijn toegenomen.

Hoe komt dat? En wat kunnen we daaraan doen?

De cijfers variëren naar gemeente, onderwijssector en ook naar lokaal aanbod van scholen. In wijken, dorpen of steden met een homogene populatie zijn homogene scholen bijvoorbeeld een logisch gevolg van de residentiele samenstelling van de bevolking. We spreken dan ook vooral van segregatie waar ouders uit heterogene wijken kiezen voor een school buiten de wijk met een vergelijkbare leerlingenpopulatie

Internationaal is er veel onderzoek gedaan naar oorzaken van segregatie en de samenhang met bijvoorbeeld woonsegregatie, instroom en toewijzingsbeleid van leerlingen in/aan scholen. In de Nederlandse context speelt de schoolkeuze van ouders een belangrijke rol. Uit onderzoek blijkt dat, wanneer ouders kunnen kiezen, ze vaak een school preferen die past bij hun eigen normen en waarden, sociale en culturele achtergrond en visie op opvoeding. Die motivaties weerspiegelen de identiteit van ouders en die kan sterk groepsgebonden en exclusief zijn en heeft ook betrekking op andere facetten van ons leven; met welke groep we ons verbonden voelen vertaalt zich niet alleen in schoolkeuze, maar vaak ook in onze deelname aan bijvoorbeeld sportverenigingen en cultuur, keuze voor media, religie en/of werk (WRR, 2001, 2014[1]). Het bewegen in de eigen groep geeft een gevoel van vertrouwdheid en sociale veiligheid en in de nabijheid van verwanten kunnen we gemakkelijker vangnetten en voorzieningen organiseren. Een sterke groep en groepsidentiteit kan echter ook betekenen dat we anderen uitsluiten, en dat er een wij-zij-gevoel ontstaat waarbij we mensen met andere opvattingen of uiterlijke kenmerken als buitenstaanders karakteriseren[2].

Voor het onderwijsveld levert dit een belangrijke conclusie op: als we meer gemengde scholen willen moeten oplossingen ook van buiten het onderwijs komen. Die maatschappij-brede oplossingen zijn nodig omdat er binnen het onderwijs niet altijd voldoende mogelijkheden zijn voor het realiseren van gemengde scholen. Het recht op vrije schoolkeuze is een belangrijk fundament van ons onderwijsstelsel en wanneer ouders een homogene school buiten de eigen wijk prefereren dan mag en kan dat in veel gemeenten gewoon. Voor een structurele stelselwijziging om die vrijheid te beperken lijkt vooralsnog ook weinig draagvlak; en het is bovendien ook maar de vraag hoe succesvol dat zou zijn wanneer ouders en leerlingen zich niet thuis voelen op een gemengde school.

Naast alle lopende initiatieven om segregatie in het onderwijs te adresseren zouden we ook de onderliggende oorzaak voor gescheidenheid moeten aanpakken: het ‘wij’-‘zij’ gevoel en het bewust of onbewust ontlopen van de ander. Zo’n aanpak bestaat uit activiteiten, gesprekken en communicatie van onze politiek-bestuurlijke vertegenwoordigers die bijdragen aan een gemeenschappelijke identiteit die verbindt; een identiteit die bovendien diversiteit niet als iets negatiefs beschouwt, maar als een pallet aan mogelijkheden en zienswijzen en een opening voor gesprek. Onderzoek naar bijvoorbeeld ‘perspective-taking’ laat zien dat het kennen en begrijpen van de ander helpt in het vormen van positieve relaties buiten de eigen groep, met name wanneer er een gezamenlijke identiteit is waarop we kunnen bouwen en die ons samenbrengt[3]. Zo’n aanpak is lastig en vergt langdurige inzet maar een samenleving waarin exclusie en co-existentie de norm zijn, biedt onvoldoende draagvlak voor gemengde scholen.

Melanie Ehren is hoogleraar onderwijswetenschappen aan de Vrije Universiteit. Haar onderzoek naar (interpersoonlijk) vertrouwen bracht haar op het spoor van segregatie in het onderwijs en reflecties over de condities voor diversiteit in een schoolse context.


[1] V028-Hoe-ongelijk-is-Nederland.pdf; Hoe ongelijk is Nederland? Een verkenning van de ontwikkeling en gevolgen van economische ongelijkheid | Verkenning | WRR; https://www.wrr.nl/publicaties/publicaties/2001/05/28/in–en-uitsluiting-in-nederland-een-overzicht-van-empirische-bevindingen

[2] J. Nicole Shelton , Jennifer A. Richeson & Jacquie D. Vorauer (2006) Threatened identities and interethnic interactions, European Review of Social Psychology, 17:1, 321-358, DOI: 10.1080/10463280601095240.

Scheepers, D., & Ellemers, N. (2019). Social identity theory. In in K. Sassenberg and M. L. W. Vliek (Eds.), Social psychology in action: Evidence‐based interventions from theory to practice. (pp. 129-143). Springer, Cham.

[3] Bijvoorbeeld Intergroup Contact Theory

Leave a Reply

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.