Skip to main content

Kunnen omgaan met verschil: een subtiele vorm van kansengelijkheid

By 8 november 2023Artikel, Nieuws

Blogs en columns nummer 6

Onderzoeker Ismintha Waldring richt de aandacht op sociale verhoudingen en ontmoetingen tussen leerlingen.

[We geven de bijdrage hier weer als pdf bestand en als losse tekst.]

Kunnen omgaan met verschil: een subtiele vorm van kansengelijkheid

Ismintha Waldring

Deze blog schrijf ik in dezelfde week waarin koning Willem-Alexander de jaarlijkse Troonrede heeft uitgesproken. In die rede zijn gelijke kansen in de maatschappij in één adem genoemd met goed onderwijs. In mijn optiek is dit nogal een verantwoordelijkheid die – bijna terloops – bij het onderwijs wordt neergelegd. Tegelijkertijd is kansengelijkheid in het onderwijs terecht een onderwerp dat aandacht verdient van wetenschap, politiek, beleid en binnen het maatschappelijk debat.

Kansengelijkheid gaat vaak over de inhoudelijke kansen die we leerlingen bieden. Het gaat over “goed” onderwijs, het lerarentekort, schaduwonderwijs, de (vrijwillige) ouderbijdrage, onderadvisering van bepaalde groepen leerlingen -zoals leerlingen met een migratieachtergrond en leerlingen van wie de ouders geen hbo of universiteit hebben gevolgd-, of over vroegtijdige uitstroom van het vwo, bijvoorbeeld in leerjaren drie en vier, van dezelfde twee groepen leerlingen.

Naast bovengenoemde aspecten van kansen(on)gelijkheid, zijn er ook meer subtiele vormen van kansen(on)gelijkheid. De laatste tijd horen we bijvoorbeeld meer over het belang van het hebben van maatschappelijke waardering voor het mbo. Ook is er aandacht voor het betrekken van mbo studenten bij de introductiedagen aan de start van het academisch jaar, zodat ook studenten van het mbo zich “student” kunnen noemen en voelen. Deze meer subtiele vormen van kansengelijkheid hebben betrekking op de sociale verhoudingen tussen kinderen/jongvolwassenen in het onderwijs. En deze sociale verhoudingen raken op hun beurt aan het belang van het elkaar kunnen ontmoeten.

Het elkaar kunnen ontmoeten, en de maatschappelijke en persoonlijke relevantie hiervan, wordt vaak bekeken vanuit de aanname dat met name leerlingen met een migratieachtergrond of leerlingen op het mbo baat zouden hebben bij een minder gesegregeerde schoolomgeving. Langzaam maar zeker wordt een verschuiving zichtbaar waarbij ook aandacht komt voor leerlingen en studenten zonder migratieachtergrond, die bijvoorbeeld op het hbo of de universiteit een opleiding volgen – wat betekent onderwijssegregatie voor hen en wat heeft een gemengde onderwijspopulatie hen te bieden?

Onderzoek van Maurice Crul[1] laat zien dat Nederlanders zonder migratieachtergrond minder interetnische contacten hebben dan Nederlanders met migratieachtergrond. Een deel van de verklaring die hiervoor wordt geboden is dat Nederlanders zonder migratieachtergrond het idee hebben dat ze bepaalde sociale vaardigheden missen voor het leggen van interetnische contacten, waardoor onzekerheid ontstaat over hoe contact tot stand zou kunnen worden gebracht. Deze vaardigheden lijken in meerdere mate wel aanwezig te zijn bij Nederlanders zonder migratieachtergrond die op een gemengde school hebben gezeten.

Onderzoek op de Vrije Universiteit Amsterdam onder studenten en hun gevoelens van belonging[2] of zich thuis voelenbinnen de diverse onderwijsomgeving die de VU Amsterdam biedt, laten een soortgelijk beeld zien: studenten zonder migratieachtergrond geven aan etnisch homogeen samengestelde vriendengroepen te hebben, ook wanneer ze studeren aan een etnisch diverse universiteit. De uitzonderingen zijn de studenten zonder migratieachtergrond die op een meer etnisch gemengde basis- of middelbare school hebben gezeten. Groepsvorming op basis van etniciteit hoeft niet erg te zijn. Belangrijker is dat een gemengde schoolomgeving een vorm van kapitaal lijkt te kunnen bieden aan jongeren in hun omgang met diversiteit.

Onderzoek van Underhill[3] laat zien dat het vergaren van deze vorm van kapitaal (het comfortabel zijn en kunnen omgaan met verschil) precies de drijfveer is die witte middenklasse ouders in Cincinnati, één van de meest gesegregeerde steden van de Verenigde Staten langs zowel etnische/raciale als sociale klasse lijnen, ertoe brengt om hun kinderen in contact te brengen met diversiteit. Zij sturen hun kinderen naar een gemengde school. Net zoals de ouders uit de podcast Nice White Parents[4] in New York. En net zoals ouders die in Nederland meedoen aan een ouderinitiatief.  

In de diverser wordende samenleving van Nederland[5] zullen interetnische contacten minder gemakkelijk te vermijden zijn, en zal het kunnen omgaan met verschillen zeker ook hier een belangrijke vorm van kapitaal worden. Dit kunnen omgaan met verschil heeft niet alleen betrekking op mensen met en zonder migratieachtergrond: in toenemende mate zien we ook dat er scheidslijnen ontstaan langs opleidingsniveau (en daarmee deels samenhangend sociaal-economische status). Elkaar leren kennen op jonge leeftijd, met elkaars verschillen leren omgaan (zowel op het gebied van etniciteit als van sociaal-economische status), en het eigen normatieve kader in relatie kunnen brengen tot dat van anderen — dat zullen in toenemende mate allemaal noodzakelijke sociale vaardigheden worden. Het is daarom van belang om onderwijssegregatie zoveel mogelijk tegen te gaan – zowel langs etnische lijnen en langs lijnen van onderwijsniveaus van ouders en sociaal-economische status. Opdat alle jongeren de inhoudelijke kansen krijgen die horen bij “goed” onderwijs en ook de meer subtiele, sociale kansen die betrekking hebben op het bekwaam zijn in het omgaan met verschil.

Ismintha Waldring werkt als universitair docent bij de afdeling Sociologie van de Vrije Universiteit Amsterdam. Als postdoc was ze betrokken bij het Becoming a Minority onderzoek naar majority-minority steden in West-Europa en heeft ze het Belonging@VU onderzoek opgezet. Momenteel doet ze, in samenwerking met de Stichting Het Zelfstandig Gymnasium, onderzoek naar kansengelijkheid, diversiteit en inclusie op zelfstandige gymnasia in Nederland.


[1] Becoming a Minority onderzoeksproject: www.bamproject.eu

[2] Belonging@VU: https://research.vu.nl/en/publications/belongingvu

[3] Underhill, M.R. (2019). “Diversity is important to me”: White parents and exposure-to-Diversity parenting practices. Sociology of Race and Ethnicity, 5(4), 486-499.

[4] https://www.nytimes.com/2020/07/23/podcasts/nice-white-parents-serial.html

[5] https://open.overheid.nl/documenten/ronl-38c67549-ad66-41e1-9cb1-92b721d92124/pdf

Leave a Reply

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.