Blogs en columns nummer 7
Henk Hagoort van de VO-raad bepleit brede scholengemeenschappen met een gemeenschappelijke onderbouw locatie.
[We geven de bijdrage hier weer als pdf bestand en als losse tekst.]
Het dubbele gezicht van onderwijs en het perspectief van brede scholengemeenschappen
Henk Hagoort
Goed onderwijs geeft kinderen kansen om zich te ontplooien en zich voor te bereiden op het leven en op toekomstig werk. En veel scholen geven extra ondersteuning voor kinderen die met een achterstand de school binnenkomen. Het onderwijs als bijdrage aan een betere samenleving. Ik zou graag willen dat dat het hele verhaal is, maar dat is het niet. Het onderwijs heeft ook nog een ander gezicht.
Wat als VO-scholen door de inrichting van het onderwijs onbedoeld soms mede de oorzaak zijn van kansenongelijkheid en van segregatie? Dan bieden brede scholen als mini-samenleving uitkomst.
Bijna 40% van de voortgezet onderwijsvestigingen in Nederland zijn categorale scholen die niet meer dan maar één of twee onderwijsrichtingen in hetzelfde schoolgebouw huisvesten. Slechts ca. 20% van de onderwijsvestigingen huisvesten vier of meerdere onderwijsrichtingen in hetzelfde gebouw (vwo, havo, verschillende vormen van vmbo en PrO). De kans dat je als havo/vwo leerling in hetzelfde gebouw een leerling van vmbo-basis tegenkomt is in Nederland niet zo groot. Dat betekent praktisch dat de groep leerlingen die dagelijks de school als mini-samenleving ervaart voor hun kwalificerende, socialiserende en persoonsvormende ontwikkeling een stuk kleiner is dan de groep leerlingen die deze ervaring op hun school moet missen. Dat laatste is niet alleen zonde voor de brede ontwikkeling, ervaring en doorstroommogelijkheden van leerlingen zelf, maar ook voor ‘de ander’. Het is namelijk de ander die onderdeel is van de bewezen segregatie die voortkomt uit categoralisering van het onderwijs.
Veel schoolbestuurders en -leiders ervaren de verantwoordelijkheid om deze kansenongelijkheid en segregatie te bestrijden. Maar verantwoordelijkheidsgevoel is niet genoeg als dit niet omgezet wordt in de bereidheid tot verregaande samenwerking tussen schoolbesturen.
Die samenwerkingsbereidheid is essentieel, maar de categoralisering in het huidige onderwijssysteem komt ook voort uit verkeerde prikkels in het bestel. De houdbaarheid van brede scholen, met name in de grote steden, is onzeker en leunt op dit moment nog vooral op durf en idealisme in plaats van ‘verstandige’ bedrijfsvoering. Zo is het financieel onaantrekkelijk om als schoolbestuur het aantal onderwijsvestigingen te reduceren, is de concurrentie om nieuwe leerlingen in de huidige krimpcontext moordend en delven brede scholengemeenschappen hier vaak het onderspit. Ouders van havo/vwo leerlingen kiezen zolang het aanbod er is in grote getalen voor categorale scholen.
Eigenlijk zouden we collectief moeten afspreken om nieuwbouw van scholen te gebruiken om te kiezen voor brede scholen met een gemeenschappelijke onderbouwlocatie voor alle schoolsoorten. Het is dat ene gebouw waarbinnen de ontmoeting tussen tal van leefwerelden kan plaatsvinden, die vertrouwde plek waarbinnen niemand gelijk is, maar iedereen gelijkwaardig. Het is daarbij niet nodig dat leerlingen in dezelfde klassen zitten om de magie van de mini-samenleving binnen de school door leerlingen te laten ervaren. Eén gezamenlijk dak maakt namelijk al dat leerlingen ervaren wat het betekent om burger te zijn van een diverse en pluriforme samenleving.[1]
Met een nieuwe politieke werkelijkheid na de verkiezingen van 22 november 2023 kan ik niks anders dan benadrukken hoe belangrijk het is dat er een lange termijn commitment wordt aangegaan door politiek en sector om de beweging naar een aanzienlijke vermeerdering van het aantal bredere scholengemeenschappen duurzaam te realiseren. Het is belangrijk voor zo veel mogelijk leerlingen dat zij in hun vormende jaren ervaren hoe het is om in aanraking te komen met praktijkvakken, met klassieke talen, met techniek, met generatiegenoten met een fundamenteel ander verleden en misschien ook wel een fundamenteel andere toekomst. Bovendien hoeven zij dan niet naar de andere kant van de stad te fietsen en hun vertrouwde docenten, vrienden en onderwijsmethode achter zich moeten laten wanneer een andere schoolsoort toch net even wat beter past. Hoe mooi is het wanneer ze weten dat de onzekerheid over de toekomst niet iets is wat ze individueel of in een subgroep dragen, maar dat ze onderdeel zijn van een hele generatie met dragers die een rijkdom aan talenten bezit om de wereld beter en mooier te maken. De school als mini-samenleving is de beste voorbereiding op de echte samenleving. Laten we als coalitie van leerlingen, ouders, leraren, schoolleiders- en bestuurders, lokale politici en burgers daarom voor deze ambitie gaan staan, in de hoop dat de nieuwe lichting nationale politici na 22 november 2023 niet de volgende verkiezingen, maar de volgende generaties centraal zal stellen in hun keuzes voor goed en betekenisvol onderwijs met een gemengde leerlingpopulatie onder één dak.
Henk Hagoort is voorzitter van de VO-raad, de Nederlandse belangenorganisatie van schoolbesturen en scholen in het voortgezet onderwijs.
De VO-raad is al jaren een warm pleitbezorger van het bevorderen van gelijke kansen tussen leerlingen, bijvoorbeeld middels latere selectie. Eind 2022 presenteerde de VO-raad een Agenda van en voor de sector, waarin ook wordt ingegaan op het verminderen van segregatie.
[1] Eerder vroeg VO-raad beleidsadviseur op kansengelijkheid, Ankie Hermans, in een interview met het Kenniscentrum aandacht voor de kansen van brede scholengemeenschappen op het mogelijk maken van latere selectie, het volgen van vakken op verschillende schoolsoorten en het organiseren van gezamenlijke activiteiten met leerlingen van alle verschillende schoolsoorten. Link naar dit interview: https://www.gemengdescholen.nl/artikel/wat-vindt-de-vo-raad-van-gemengde-scholen-een-interview-met-ankie-hermans/